ZING Presentaties

Z!NG BACH 2024

met

 Hans Veldhuizen


Solist:

Judith Weusten


Spreektekst:

Eline Zimmerman


Illustraties:

Chiel Fritz


Productie/tickets/geluid/licht:

Marije de Vries

Just Veldhuizen

Josefien Veldhuizen

i.s.m. Stadsherstel


Voor teksten van de liederen scroll naar beneden.


Interesse in ZING BEATLES op 4 dinsdagen of donderdagen in april? Er zijn nog enkele plekken beschikbaar.

Meer informatie via deze link.

Op de hoogte blijven van nieuwe ZING- projecten, -workshops, -concerten, -lezingen? Klik hier om je aan te melden voor onze nieuwsbrief


ZING BACH 2024
Teksten



Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir 
Uit de diepte roep ik tot u, Heer

Jesum von Nazareth! 
Jezus van Nazareth! 

Komm in mein Herzenshaus
Herr Jesu, mein Verlangen!
Treib Welt und Satan aus
Und lass dein Bild in mir erneuert prangen!
Weg, schnöder Sündengraus!

Kom in het huis van mijn hart,
Heer Jezus, mijn verlangen!
Verjaag wereld en satan
en laat Uw beeld opnieuw in mij stralen!
weg, ellendige zondengruwel!

(Onder de Appelboom, Rutger Kopland)
Onder de appelboom
Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
onder de appelboom

ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom

toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en ver weg in het huis
lachten de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom

en later hoorde ik de vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was

gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.


Ich bin's, ich sollte büßen,
An Händen und an Füßen,
Gebunden in der Höll.
Die Geißeln und die Banden,
Und was du ausgestanden,
Das hat verdienet meine Seel.

Ik ben het, ik zou moeten boeten, aan handen en aan voeten, 
gebonden in de hel. De zweepslagen, de boeien, en wat jij hebt doorstaan, 
dat heeft mijn ziel verdiend.

O Schmerz ! Hier zittert das gequälte Herz;
Wie sinkt es hin, wie bleicht sein Angesicht !
Was ist die Ursach aller solcher Plagen 
Der Richter führt ihn vor Gericht,
Da ist kein Trost, kein Helfer nicht.
Ach ! meine Sünden haben dich geschlagen ! 
Er leidet alle Höllenqualen, Er soll für fremden Raub bezahlen 
Ich, ach Herr Jesu, habe dies verschuldet, Was du erduldet.
Ach, könnte meine Liebe dir,
Mein Heil, dein Zittern und dein Zagen Vermindern oder helfen tragen,
 Wie gerne blieb ich hier !

Solist: O smart, hier siddert het gekwelde hart,
hoe bezwijkt het, hoe verbleekt zijn aangezicht.
Koor: Wat is de oorzaak van al deze plagen?
De rechter voert hem voor het gerecht, daar is geen troost, geen helper.
Ach, het zijn mijn zonden die u laten lijden.
Solist: Hij ondergaat alle hellepijnen,
hij moet voor vreemden schuld betalen.
Koor: Ik, heer Jezus, heb de straf verdiend, 
Die jij moet dulden. 
Solist: Ach, kon mijn liefde u,
mijn heil, uw angsten en uw plagen
verminderen of helpen dragen,
hoe graag bleef ik hier.

Solist: Ich will bei meinem Jesu wachen.
Koor: So schlafen unsre Sünden ein.

Solist: Ik wil bij mijn Jezus waken.
Koor: Dan slapen onze zonden in.

Befiehl du deine Wege
und was dein Herze kränkt
der allertreusten Pflege
des, der den Himmel lenkt.
Der Wolken, Luft und Winden
gibt Wege, Lauf und Bahn
der wird auch Wege finden,
da dein Fuß gehen kann.

 Vertrouw uw wegen
en dat wat uw hart krenkt
toe aan de allertrouwste zorg
van hem die de hemel bestuurt.
Hij die wolken, lucht en winden
hun weg, hun loop en hun baan geeft,
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan.

Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt,
dass Jesus von mir Abschied nimmt,
so macht mich doch sein Testament erfreut:
sein Fleisch und Blut - o Kostbarkeit,
vermacht er mir in meine Hände.
Wie er es auf der Welt mit denen Seinen
nicht böse können meinen,
so liebt er sie bis an das Ende.

Hoewel mijn hart in tranen drijft
omdat Jezus afscheid van ons neemt,
word ik toch blij van zijn testament,
zijn vlees en bloed, o kostbaarheid,
geeft hij mij als erfenis in handen.
Zoals hij in de wereld voor de zijnen
nooit kwaad wilde,
zo heeft hij hen lief tot aan het einde.

Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn, muß uns die Freiheit kommen
Dein Kerker ist der Gnadenthron, die Freistatt aller Frommen
Denn gingst du nicht die Knechtschaft ein
müßt unsre Knechtschaft ewig sein

Door uw gevangenneming, moet voor ons de vrijheid komen
 Uw kerker is de genadetroon, de vrijplaats van alle gelovigen
Want als jij de onderdrukking niet had ondergaan
zou onze onderdrukking voor altijd zijn.

Nicht diesen, diesen nicht
nicht diesen sondern Barrabam ! 
Niet deze persoon, maar Barabbas !

Aus Liebe will mein Heiland sterben
von einer Sünde weiß er nichts.
Dass das ewige Verderben 
und die Strafe des Gerichts 
nicht auf meiner Seele bliebe. 

Uit liefde wil mijn Heiland sterven,
 van zonden weet hij niets.
Zodat de eeuwige ondergang
en de straf van het jongste gericht
niet op mijn ziel zou blijven rusten.

Wir haben keinen König denn den Kaiser. 
Wij hebben geen koning, alleen een keizer 

‘Hoop’ (door Vaclav Havel)
Diep in onszelf dragen wij hoop. Als dat niet het geval is,
is er geen hoop.
Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet
voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, verankerd voorbij de horizon.
Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat, of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.
Hoop
is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme;
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Het is de zekerheid
dat iets zinvol is
onafhankelijk van de afloop,
onafhankelijk van het resultaat.

Wenn ich einmal soll scheiden,
so scheide nicht von mir!
Wenn ich den Tod soll leiden,
so tritt du dann herfür!
Wenn mir am allerbängsten
wird um das Herze sein,
so reiss mich aus den Ängsten
kraft deiner Angst und Pein!

Als ik eens het leven moet verlaten,
verlaat u mij dan niet,
als ik moet sterven,
verschijnt u dan.
Als mijn hart
het allerbangst is,
trek mij dan weg uit mijn angsten
krachtens uw angst en pijn.

Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen.
 Ongetwijfeld, deze was de zoon van God. 

Bist du bei mir, geh' ich mit Freuden
zum Sterben und zu meiner Ruh'.
Ach, wie vergnügt wär' so mein Ende, 
es drückten deine lieben schönen Hände 
mir die getreuen Augen zu! 

Als u bij me bent, ga ik met vreugde
naar mijn dood en naar mijn rust.
Ach, wat zou mijn einde blij zijn
 als uw lieve mooie handen
mijn trouwe ogen dichtdrukten!


Bleib bei uns, denn es will Abend werden,
und der Tag hat sich geneiget.

Blijf bij ons, want het wordt avond
en de dag loopt ten einde.



Dank voor je aandacht en aanwezigheid.


Graag tot een volgende Z!NG


www.mpduo.nl


Share by: